Inleiding van de schrijver

Dromen zijn voor mezelf altijd heel belangrijk geweest. Ze vormen voor mij de basis en de zekerheid om - ondanks veel tegenspoed en verdriet - door te gaan naar een toekomst waarvan ik zeker wist dat hij zo zou komen als ik in mijn dromen zag. Zo wist ik al rond mijn zevende, achtste jaar - mede door andere ervaringen die ik ooit nog wel eens zal vertellen - wat er zou gaan komen en hoe het zou gaan verlopen. Mede door die voor anderen niet zichtbare en voelbare zekerheid in mij kwam ik op mensen over als zeer eigenwijs. Ik lapte de zekerheden die anderen mij aanboden, aan mijn laars of deed alsof, dat wil zeggen een tijdje met hun stroom meegaan en dan toch weer mijn eigen draad oppakken. Door die dromen en visioenen verloor ik nooit de moed, al maakte het mij vaak wel erg ongeduldig. Maar wat in tijd en ruimte nog moet gebeuren, kent geen dwang. Het is een kwestie van je tijd afwachten. Het waren niet de details die mij interesseerden, maar de grote lijnen, de punten die zich stap voor stap voor mij ontwikkelden. De zekerheid dat de dromen en visioenen zich in werkelijkheid in de toekomst aan mij zou ontvouwen, kreeg ik door meestal niet al te leuke beelden. Ik zag een meester doodgaan en het gebeurde. In een droom stierf de vader van een vriendje en het gebeurde. Ik droomde dat mijn moeder op sterven lag en ook dat vond plaats. Zo kwamen er vele dromen uit. Het was niet allemaal ellende. Er waren ook heel veel leukedingen die uitkwamen zoals ik ze gezien had. Ik droomde bijvoorbeeld dat ik samen met mijn broer op een groot muziekfestival een prijs zou winnen. En ook dat gebeurde. Voor mijn veertiende wist ik al uit dromen dat ik later na mijn vijfendertigste een boek zou schrijven. En dit is inmiddels alweer het tweede. Zo was het met veel dingen. Ik vertelde dat altijd heel spontaan aan iedereen, want dat was voor mij een normale zaak. Voor die ander natuurlijk niet. Van de meeste mensen kreeg ik de deksel op mijn neus,zo van: je bent hartstikke gek, je hebt hoogmoedswaanzin enz. Maar ik bleef mij vasthouden aan mijn droomwereld en door die zekerheid raakte mij dat allemaal niet zo endat snapten zij dan weer niet. Wat zij zelf ondertussen niet in de gaten hadden en wat ik mij ook nu pas ten volle bewust ben geworden (omdat ik het toen zo normaal vond en niet als iets bijzonders ervoer), was dat als mensen om mij heen - kennissen, broers, zusters - een droom hadden gehad, zij aan mij vroegen wat de betekenis ervan kon zijn. Ik kon ze meestal feilloos duiden en als zo'n droom dan in de realiteit - sociaal of maatschappelijk - uitkwam zoals ik hem geduid had, vroeg men zich eigenlijk nooit af: hoe weet André dit eigenlijk. Het was heel normaal. Ik heb toentertijd nooit in de gaten gehad dat het iets was dat niet iedereen kon. Niemand zei mij ook dat het bijzonder was. En achteraf ben ik daar heel erg blij om. Ik geloof dat het niet goed geweest zou zijn. Ik zou dan als kind een buitenbeentje geworden zijn. Nu kon ik rustig en ongestoord, zonder op te vallen, mijzelf zonder dat ik het in de gaten had verder ontwikkelen.Pas de laatste zes à zeven jaar is het mij echt duidelijk geworden dat niet iedereen dat kan. Men vraagt mij vaak: je hebt zeker veel dromenboeken gelezen dat je dat allemaalzo goed weet. Nou, ik kan u met de hand op mijn hart verzekeren dat het juist het tegenovergestelde is. Ik heb mij nooit geïnteresseerd voor boeken met en over droomuitleg. Ik geloof ook niet in die boeken. Er zijn wel universele symbolen, maar de uitleg die eraan gegeven moet worden, is afhankelijk van de mens die ze droomt en de combinatie van symbolen in een droom.

Er wordt wat afgedroomd in de hele wereld. Waren het bij aanvang enkele tientallen brieven die ik ontving voor droomuitleg, nu zijn het er honderden die ik o.a. beant-woord in het blad Paravisie, in het radioprogramma Het Zwarte Gat van Veronica en natuurlijk ook in dit boek. De vragen over dromen of visioenen in dit boek variërensterk: dromen die te maken hebben met een stervensverwerking, de boodschappen die van gene zijde via een visioen aan mensen worden meegedeeld, verwerkingsdromen zodat je het heden wat beter aankunt, boodschappen aan jezelf en opdrachten aan jezelf, toekomstige gebeurtenissen, voorspellende dromen. Ook veel symbolen in de vorm van dieren, bruggen, water, die een mens meegegeven worden als wegwijzer in het leven. Er zijn telepathische ervaringen gedurende de nacht, contact met anderen op het derde niveau en de daardoor verkregen informatie naar elkaar toe. U ziet het: dromen is niet zomaar dromen. De menselijke geest in zijn bewust- en onderbewustzijn kent vele varianten. Het is een ei, een oerei, zoals de kosmos is met de informatie voor de diverse levensvormen en variaties in melkwegstelsels en planetenstelsels. Toch moet dit alles tot één doel leiden: meer begrip voor jezelf en voor de ander, meer wijsheid en geduld voor het leven om je heen en het respect ervoor. Wij zijn ritmisch één geheel. Heb dit lichaam lief, want wat je bent, is het onderdeel van één geheel. Het onmogelijke is mogelijk, de grootste fantasie de waarheid, maar dan pas als de stukjes van de puzzel als één plaatje zijn te zien. Dat is een droom, met een puzzelstukje als het hele plaatje uitleggen, maar geduld bewaren om in deze zee van ruimte te wachten op het hele beeld. Dan pas zal het stoffelijke en onstoffelijke zichtbaar zijn. Wij allen zijn levens die niet in stoffelijke levens uit te meten zijn. Onze informatie van leven is misschien wel miljarden jaren oud. Laat er geen voortijdig eind aan komen. Laat de liefde die wij allen nastreven daar debet aan zijn. Laat niet onze stoffelijke hebzucht en domheid de boventoon voeren. Gun jezelf in geduld die kans. Op weg is onze planeet als een ruimteschip, op weg in het heelal, op weg naar een zekere toekomst als een cel die weet dat hij de infomlatie in zich bergt van waar de reis heengaat, van de voeten naar het hoofd, van de hel naar de hemel. Onderbreek zijn baan niet door zelf de besturing over te nemen.

De meeste gedichten in het boek zijn oorspronkelijke teksten van liedjes van de schrijver.

Wie niet kan dromen en luchtkastelen verzint, is ook niet in staat zijn eigen sprookje te leven in de realiteit van vandaag en morgen.



Vorige levens als boodschap voor nu