Inductoren


Dolende ridder


kale bomen met ijzel bedekt
de straat is glad, de stad is stil
de tijd is in mij aan het dwalen
de geest van eeuwigheid, te plotseling om eeuwig te zijn
ik voel mij beperkt en verlaten
waar is mijn zwaard, ik kan mij niet verdedigen
waar is mijn schild, ik kan mij niet verweren
waar is mijn paard, mijn trouwe paard, ik kan niet vluchten
de geest van thadeus heeft mij verlaten
ik ben een ander en ik weet mij geen raad
de ik van mij is op drift geraakt met hem
en de ik van hem kent in mij geen rust
ik sta stil, kijk om me heen
en plots is de koude warm
de ijzel in mijn ziel opgelost tot een warm stromende bron
ik weet nu dat ik verder kan gaan
zonder zwaard, zonder schild, zonder mijn zwartkop
naakt in de woestijn die ik zelf ga beplanten
en met mijn tranen zal doen groeien
tot het woud waarin ik wederom zal kunnen schuilen

Als inleiding op dit hoofdstuk zal ik u een voorbeeld uit mijnpraktijk vertellen en toelichten zodat het duidelijk wordt, wat eeninductor voor iemands leven kan betekenen.Een goede vriend van mij was er al jaren van overtuigd dat hij ineen vorig leven piloot was geweest bij de Engelse luchtmacht enom het leven was gekomen bij de slag om Arnhem. Dit gaf al aandat hij iets wilde bewijzen, iets wilde zijn, een held. Zijn jeugdkennende kan ik dat ook goed begrijpen. Die was niet prettiggeweest. Er was veel ruzie en discriminatie, zowel van de kant vande vader als van de school. Goed, nu verder met mijn verhaal.Op een goede dag vroeg hij mij of ik hem niet onder hypnosewilde brengen zodat hij, wat hij zijn hele leven al voelde, zekerzou weten. Hij was erg gemakkelijk onder hypnose te brengen enkwam vrijwel onmiddellijk in de derde fase. Dat wil zeggen dathij, nadat hij uit de hypnose gehaald was, zich niets meer konherinneren.Wat hij onder hypnose ervoer, was dat hij in een vliegtuig bovenhet IJsselmeer vloog. Het vliegtuig werd geraakt aan de linkerkant van de cabine. Hij kreeg glassplinters in zijn arm. Hijschreeuwde pijnlijk: "Au, mijn arm." Het was dezelfde pijn diehij even tevoren, toen ik hem langzaam terugbracht naar zijnvorig leven en zijn moeder van de trap viel in de vierde maand vande zwangerschap, had gevoeld. Bij die val werd ook dezelfde armgeraakt (van die vriend bedoel ik). Toen was het dus ook: "Au,au, mijn arm." Zijn moeder heeft uit angst voor represailles vanzijn vader dit voorval verzwegen en pas na het hypnose-experiment toegegeven.Hier heb je dus al een inductor. Door de val van zijn moeder en depijn aan zijn arm was de herinnering al gewekt aan dezelfde pijnaan dezelfde arm toen het vliegtuig geraakt werd.Om het verhaal even af te maken. Onder hypnose bleek dat hijgeen Engelse piloot was geweest, maar een Amerikaanse dieroemloos ten onder was gegaan voordat hij zijn doel bereikt had,neergeschoten boven het IJsselmeer.Wat moest hij hier nu van leren: in ieder geval zelfbeheersing,want een arm die anderen pijn kan doen, is minder snel geneigdom te slaan als hijzelf weet wat pijn is. Dit geldt ook symbolisch:geestelijke en lichamelijke agressie leren beheersen en een heldzijn in liefde en genegenheid. Dat moest ik concluderen uit ditgeval van reïncarnatie-inductor naar het huidige leven.Een inductor is dus een herinnering of een gebeurtenis uit hetverleden, uit een vorig leven of uit dit leven, die een vinger legt opeen wond die je je moet herinneren om er lering uit te trekken ener het positieve mee te doen. Je moet nooit met een vinger wijzennaar een ander, ouders, kennissen en vrienden, en zeggen dat hetzijn of haar of hun schuld is. Nee, leer er wat van voor detoekomst, leef niet met het verleden, want dat is niet de bedoelingvan zo'n verklaring.Ik hoop dat deze korte uitleg een stukje van de sluier oplicht. Legje eigen fantasie er een beetje in en vergelijk je eigen ervaringenhier eens mee.

Jeugdervaringen


Stikken


Sinds de geboorte van mijn vierde kind heb ik heel rare ideeën in mijnhoofd. Zolang ik leef, ben ik bang geweest om te stikken. Toen mijnkinderen geboren werden, heb ik doodsangsten uitgestaan dat mijnkinderen zouden stikken. Nu is mijn jongste acht jaar oud. Sinds zijngeboorte heb ik een brok in mijn keel, heb ik het vaak benauwd.Maar het ergste wat een moeder kan overkomen, is de gedachte dat zijhaar kinderen wat aan zou kunnen doen, terwijl ze eigenlijk alleen nogmaar wil leven voor haar kinderen waar ze van houdt. Dit is zo tegenstrijdig dat het voor mij onverklaarbaar is. Ik leef in een hel, omdat ikmijn gedachten niet kan sturen in de richting die ik wil. Ik ben bijtientallen artsen geweest. De een had een nog dwazere diagnose dan deander. Daar ben ik dus niets mee opgeschoten. (Mw. L. v. B. uit S.)

Ik kan mijn antwoord heel erg kort houden, want ik denk namelijk dat uw fobie, het idee om te stikken, vroeger ontstaan is na hetknippen van uw amandelen. Dit heeft een enorme angstpsychosebij u tot gevolg gehad. U bent vergeten, waar de angst ontstaan is,maar de angst zelf is gebleven.Door deze niet-verwerkte ingreep van toen leeft u veel te gespannen en gehaast. Daardoor is uw stofwisseling in de war. Ik raad uaan eens naar een goede (erkende) homeopathische arts of uwhuisarts te gaan en eens met hem over dit probleem te praten.Laat u hem gerust dit antwoord lezen.Dit moet u zo snel mogelijk doen, omdat u nu uw angsten projecteert op uw kinderen die daardoor onzeker zouden kunnen worden en dat moet niet, want onzekerheid veroorzaakt juist ongelukjes. Scheid er dus mee uit en wees tevreden met mijn antwoord. Herhaal steeds opnieuw de zin: angst om te stikken hoorde bij mijn amandeloperatie en niet meer bij nu, niet voormij en niet voor mijn kinderen.

Hoesten


Ik ben een gehuwde vrouw van 38 jaar met drie jongetjes van resp.twaalf, negen en vijf jaar oud en een man die stapel op mij is. We zijnallemaal goed gezond, dus niets aan de hand zou je zeggen.Er is echter één maar.Sinds een aantal jaren, hoeveel weet ik niet precies, hoest ik. Het is niet gewoon hoesten, maar echt aanvallen van minuten tot uren. Soms gaathet gepaard met overgeven en altijd met tranen. Ze stromen over mijngezicht. Het gebeurt me binnen en buiten, soms in mijn slaap. Dan moetik vlug mijn bed uit, anders heb ik het gevoel dat ik stik. In de badkamer gekomen, probeer ik dan heel rustig adem te halen. Het lijkt net of mijn keel dichtgeknepen is.Een paar jaar geleden ben ik in het ziekenhuis van top tot teen onderzocht. Het is volgens de dokters psychisch.Ik ben iemand die probeert zijn eigen problemen op te lossen enniemand lastig te vallen, maar hier kom ik na al die jaren niet meer uit.Als u mij zou willen helpen, zou u mij van een ontzettend grote lastbevrijden.Nog één klein vraagje. Mijn schoonvader stierf toen ik in verwachtingwas van mijn oudste zoon. Hij vond het heel erg dat hij mijn kinderennooit zou kunnen zien. Maar toen mijn derde kind geboren werd, had ikhet gevoel dat mijn schoonvader teruggekomen was. En dat, terwijl iknog nooit van reïncarnatie gehoord had. Is dat zo? (Mw. E. G. uit L.)

Je hebt nog steeds de neiging - overdreven zal men het zelfs noemen - om je dekens uit te kloppen tot het laatste stofje eruit is, ook al is het de wol die loslaat. En je wast ze als ze nog helemaal niet vuil zijn. Dit heeft te maken met jouw hoesten.Toen je als baby longontsteking had, lag je onder dekens die stoffig waren en die maakten je extra benauwd. Vandaar dat die manie ten aanzien van wollen dekens er nog steeds is. Die longontsteking van toen was je eerste grote probleem waar je in je leven mee te maken kreeg. En als je maar erg hoestte, kwam je moeder te hulp om je te troosten.Dit probleem heb je eigenlijk nooit bewust geweten en dus ook niet kunnen verwerken. Maar wat doe je als er problemen zijn? Je hoest. Onbewust roep je nog steeds om hulp van je moeder. Je bent nu zelf moeder, dus je zult jezelf moeten helpen. En misschien zal een stukje bewuste kennis, zoals ik je nu vertel, je daarbij helpen. Doch dit is niet de enige oorzaak.Je hebt ook nog een keer je keelamandelen laten knippen. Toen kwam het probleem, waar je je niet bewust van was, boven. Je had het dus veel benauwder en je hoestte veel meer dan een ander kind na zo'n ingreep. Deze twee ervaringen hebben een verkeerde ademhaling, oftewel hyperventilatie, lange zinnen uitspreken, snel een flinke stoot adem naar binnen halen en verder gaan, veroorzaakt. Zo is het toch? Nou, en daardoor krijg je last van je keel. Mijn advies is dan ook spraakles nemen bij een logopediste. Die zal je zeker van je spraakstoornissen en tegelijkertijd daarmee van je hoesten afhelpen. Doe het, en je zult zien dat je hoesten dan nauwelijks meer voorkomt. Het laatste deel van je brief gaat over je schoonvader. Ik denk niet dat het met reïncarnatie te maken heeft, maar met zorgzaamheid. Hij had zo graag zijn kleinkinderen nog willen zien en bewust willen beleven, dat hij dat nu vanuit gene zijde doet. Hij is de helper en de begeleider van zijn kleinkinderen, maar in de eerste plaats van de zoon waarover je het hebt. Daarom lijkt hij er ook zoveel op.

Dopje


Het volgende zit mij nu al jaren dwars. Toen mijn zoontje ongeveer acht maanden oud was, kreeg hij een dopje van een of andere crème in zijn keel. Ik was in paniek, sloeg hem eerst op zijn rug en, toen dat niet hielp, heb ik hem ondersteboven gehouden. Gelukkig kwam het dopje er toen uit. Het gekke is nu dat ik vanaf dat moment zelf soms aan het stikken ben. Ik heb dan heel bewust wat in mijn keel. Zo heb ik 's nachts bijvoorbeeld al een grote schaar, een lepel en diverse andere dingen moeten inslikken. Ik vlieg dan mijn bed uit, ga op de knieën liggen, maak gekke, schorre geluiden en slik dan heel bewust wat weg. Mijn man zegt wel eens dat ik droom, maar ik ervaar het heel bewust. Ik weet ook dat ik dat allemaal doe. Ik ben dan echt benauwd, soms wel twee à drie keer perweek. Enige tijd geleden waren wij op een camping in Italië. Naast ons stond een Duits echtpaar. De vrouw was ziek geworden. Ze had iets met haarluchtwegen gekregen. In de nacht dat ze halsoverkop naar het ziekenhuis moest, omdat ze bijna stikte, ben ik ook weer heel benauwd geweest en ook enkele nachten hierna. André, wat is dit allemaal? Angst? Komt het van het dopje? Zijn het opgekropte gevoelens? Ik weet het soms allemaal niet meer. (Mw. R. M. te A.)

Voordat ik uw brief kon beantwoorden, heb ik hem eerst meermalen moeten door lezen wat vrij abnormaal is voor mij. Meestal voel ik het antwoord na de eerste keer lezen wel aan. Het is echter uiteindelijk heel simpel en voor de hand liggend. De grote schaar, waar u over schrijft, bracht mij de oplossing. Het is namelijk zo dat door de gebeurtenis met uw zoontje er in u iets is losgekomen wat u allang vergeten scheen te hebben. Toen uw zoontje zo benauwd werd, was het alsof u ook iets in uw keel had.Je kunt het vergelijken met het volgende. Als je op de televisie of in een film ziet dat iemand iets aangedaan wordt, kun je er soms zo sterk in meevoelen dat het net is alsof het jou wordt aangedaan. In het geval van uw zoontje had u net zo'n ervaring, maar u was deze vergeten. U was er zich op dat moment niet van bewust, en misschien ook nu nog niet, dat men u ooit ook zoiets heeft aangedaan. Ik denk dat het bij het pellen van de amandelen was.Dat was de eerste keer dat u in uw leven echt met angst en pijn te maken had. Door het dopje nu is deze inductor naar angst bij u teruggekomen. De eerste keer angst in uw leven betekende tegelijkertijd keelpijn en benauwdheid zodat nu, als er iets aan de hand is, dit onmiddellijk in dromen verwerkt wordt naar die gebeurtenis van toen, naar die eerste keer angst. Moeilijkheden van nu, problemen waar je niet uitkomt, strijd met iemand in uw omgeving, alles vertaalt u 's nachts naar die eerste aanslag op uw vertrouwen bij het pellen van de amandelen. Dit is ook wel logisch. Als je iemand vertrouwt (in uw geval de dokter) die je dan opeens zo'n beetje pijn doet, terwijl je er helemaal niet op verdacht bent, betekentdit de eerste echte psychische schok die je jaren kan achtervolgen.De associatie met degene die het jou heeft aangedaan, is verdrongen in je onderbewustzijn, omdat je hem nooit hebt weergezien. Met de gebeurtenis met je zoon is alles weer naar boven gekomen. Dit bewijst dat het inderdaad een heel grote klap is geweest, want je bent nu ook gevoelig geworden voor mensen die iets krijgen of hebben aan hun ademhalingsorganen.Denk hier maar eens over na en probeer, nu je dit weet, voor hetslapen gaan al tegen jezelf te zeggen: dit hoort bij vroeger en nietmeer bij nu. Ik ben er mij bewust van waar de oorzaak vandaankomt en ik wil ook wel met een ander meeleven, maar niet meelijden, ook niet met mezelf.

Pluche hond


Ik ben een meisje van zeventien jaar. Ik wil u wat vragen in de hoop dat u mij kunt helpen.In mijn slaapkamer staat een grote pluche hond die ik eens van mijntante heb gekregen. Het is een gewone pluche hond, maar het gekke isdat ik er bang voor ben. Ik durf de hond absoluut niet beet te pakken. Ik heb hem al vaak mijn kamer uitgezet, maar ik ga hem toch weerterughalen en zet hem dan zo dicht mogelijk bij mijn bed. Als ik hemdan toch beetpak, pak ik hem bij zijn oren of bij zijn petje. Wordt dehond op mijn bed gelegd, dan word ik gek van angst en moet hij er directweer af.De hond staat zo dicht bij mijn bed dat ik hem in zijn ogen kan kijken.Ook dit maakt mij vreselijk bang, want het is net of zijn ogen mij in degaten houden. Ik heb het gevoel dat hij mij overal nakijkt. Wel word iker toch als het ware toe gedwongen de hond steeds weer terug te halen endan zo dicht mogelijk bij mijn bed te zetten, waar ik hem dan toch nietkan zien. Hebt u daar misschien een verklaring voor? (M. J. uit R.)

De belevenis die je hebt met je speelgoedhond, is kort te verklaren. Er zijn twee oorzaken voor, één in het verleden en één in de toekomst.Je bent vroeger een paar keer van een hond geschrokken. Je benteen keer door een enthousiaste hond van je fietsje of stepjegelopen en de andere keer dat je van een hond schrok, was toen jein je kinderstoeltje zat. Ik denk dat je toen een jaar of twee, driewas. De ergste angst heb je eigenlijk niet van de hond gekregen,maar van je ouders. De hond was de veroorzaker van schrik bij jevader en moeder, en wel voornamelijk bij je moeder. Bij de hondstak er verder niets achter. Hij had echt niets gedaan. Maar doorde schrik van je moeder zaaide zij twijfel bij jou ten aanzien vanhet beschermen van jou. Dat is de grootste fout die ouders kunnen maken. Dat veroorzaakte bij jou angst voor honden, nogmaals, niet door de hondzelf, maar door de overdreven hysterische reactie van de mensen om je heen. Dit soort dingen veroorzaakt bij veel kinderen angst voor dieren. De fout ligt in deze gevallen meestal bij de volwassenen. Dat is jammer en stom van ze, want dieren en kinderen horen bij elkaar, omdat ze de meest onschuldige wezens op deze aarde zijn.Dus jouw angst voor jouw pluche hond is eigenlijk de angst van vroeger die je wilt overwinnen. Dat bewijs je duidelijk door bang te zijn voor het beest, maar hem toch eigenlijk niet te kunnen missen.Dat je toch de confrontatie met hem blijft aangaan, heeft te maken met je toekomst. Je zult een vriend ontmoeten die heel veel van dieren houdt en je zult er later zeker zelf ook één of twee willen hebben. Ik denk dat je er over een aantal jaren verbaasd over zult zijn hoe gek je met honden bent.Dat alles is te danken aan de pluche hond en als je hem tegen die tijd nog hebt, zou ik hem maar een dankbare zoen geven voor het werk dat deze namaak-viervoeter geestelijk voor jou heeft gedaan.

Inductoren