Reïncarnatie


Bob Marly


Wij zouden graag iets willen weten over ons zoontje van één jaar. Sindshij kan lopen, is hij ook beginnen te dansen. Hij draait rond, trappeltmet zijn beentjes en duwt zijn billen naar achteren.Hij danst bij voorkeur op de muziek van Bob Marly waar we een cassettevan hebben. Als de cassette aanstaat, draait hij de muziek zo hardmogelijk. Als wij de muziek zachter willen zetten, gaat hij schreeuwen.Dat dansen hebben wij hem niet geleerd en andere baby's die wijkennen, doen dit niet. Dat trappelen met zijn beentjes doet hij net zo alsBob Marly en best wel goed in de maat.Hoe zou hij dit zomaar kunnen? (Fam. D. uit P.)

Misschien zou je op de eerste blik denken dat ik dat bevestig watje denkt, namelijk dat je zoontje een reïncarnatie is van BobMarly. Maar zo simpel voel ik het niet.Ik zie een hele massa mensen die nogal kwaad zijn. Op eengegeven moment wordt er geschoten. Er vallen een paar doden.De zeventiger jaren en de moderne wereld. Dit noemt menverkiezingsstrijd. Ik zou het liever verkiezingsoorlog willen noemen. Het is de verkiezing op Jamaica rond 1978.Eerst wordt er gedanst en daar was ook je zoontje bij. Alleen toenhad hij een andere naam dan nu. Hij heette Jack, was een jaar of36 oud, had drie of vier kleine kinderen en leefde er dansend envrij op los. En zo is hij ook aan zijn einde gekomen. Hij isgestorven door een schot uit een politiepistool en daarna overlopen door een massa mensen. Wat hij zich het laatste herinnerde, was dansen en zo is hij ook weer begonnen, een vrolijk, probleemloos mens, dat uit het vorige leven wegdanste en een nieuwleven is binnengehuppeld.Toch kun je nog wel wat aan hem merken, vooral als hij met zijnlinkerarm naar zijn rechterschouder grijpt. Daar voelt hij af entoe nog de pijn als herinnering aan een vorig leven, waar het volkover hem heen liep. Af en toe heeft hij daarvan ook nog lichtebronchitisachtige aanvallen en mogelijk wat hartproblemen.Doch dit zal na zijn zevende jaar geheel verdwijnen.Zijn grootste wens als Jamaicaan was muzikant te worden en tezingen. Geef hem heel jong een gitaar en geef hem ook pianoles.Misschien zal hij dan in dit leven dat bereiken wat hij in het vorigezo graag wilde.

Huilen


Mijn jongste zoon van zes heeft vanaf zijn geboorte tot ongeveer zijntweede jaar ontzettend veel gehuild. Toen is hij naar een dagverblijfgegaan, omdat ik er niet meer tegen kon.Als ik hem uit bed haalde, was hij vijftien minuten stil en daarna huildehij. Alleen in bed was hij stil en hij sliep erg veel en goed. Als hij er uitwas, gilde hij letterlijk de hele dag door.Ik vraag me nog steeds af welke oorzaak dit had. Kunt u mij datvertellen? (Mw. N. H. uit V.)

Ik zal je precies vertellen wat ik zie. Het is tegen de avond en hetwordt gauw donker. Ik zie van een berg een roodwitte bus afkomen. De bovenkant is wit, de onderkant is rood. Er zitten eenstuk of vijftien mensen in de bus waaronder een jonge militair vaneen jaar of 20. Hij heeft zwart, krullerig haar en is ongeveer 1.75meter lang. Zijn naam is Jacco. Ik hoor een taal die lijkt op Joegoslavisch.Het is waarschijnlijk najaar. Het is een beetje grauw weer. Hetregent wat. De bus komt de berg af en ik zie ineens rookwolkenvan het linkervoorwiel afkomen. Dan helt de bus wat over naarrechts, schiet door een afrastering en valt in de diepte waar waterstroomt. De gevolgen kun je je wel indenken. De hulp komt pasuren later op gang. Met touwen gaan mensen naar beneden enhebben lichten bij zich, Jacco hoort bij de slachtoffers. Ik zie eennaam die lijkt op Presowitch.Jacco is nu jouw zoon. Hij is huilend uit het vorige stoffelijkeleven gestapt met veel pijn en met de herinnering aan veel pijn indit leven. Vind je het dan gek dat, als hij zijn ogen dicht doet, hijde pijn niet meer voelt, want na het ongeluk voelde hij de pijn ookniet meer, nadat hij zijn ogen had gesloten en overgegaan was. Deherinnering aan die vorige incarnatie leeft in hem voort.Je hoeft er helemaal niet bang voor te zijn, want hij is een zeersterke geest met een enorme levensdrang. Dat zul je later welzien. Hij is een zeer creatief mens en niet alleen gevoelsmatig zeergoed ontwikkeld, maar ook technisch. Je zult zien dat hij, als hijeenmaal goed kan praten, een haast on-Nederlands gedragspatroon heeft. Je zou haast zeggen zuidelijk.Zo gauw hij wat meer praat, wordt hij actief in het huidigebestaan en heeft hij weinig tijd om zijn gevoel nog terug te latengaan naar het leven van toen. Heel langzaam zal de herinneringaan die tijd verdwijnen en aan de vrienden die hij daar achtermoest laten. Want dat was het moeilijkste voor hem: afscheidnemen.Jouw zoon zal later enorm trouw zijn aan één persoon.

Warme arm


Toen ik zeventien jaar was, stond ik op zeker twaalf kilometer afstandvan mijn grootmoeder in een pan te roeren. Ik werd warm en kreeg eenschok door mijn arm. Toen ik thuiskwam, vroeg ik mijn moeder of erook iets gebeurd was. Nee, zei ze. Later bleek dat op hetzelfde momentmijn grootmoeder was overleden.Toen ik 24 jaar was, zat ik bij iemand koffie te drinken toen ik weerwarm werd en een schok door de arm kreeg. Toen bleek dat mijnschoonvader ernstig ziek was geworden. Later wist ik voor mezelf, als ikmensen zag, of ze snel dood zouden gaan.Ik werk nu sinds twee jaar bij de UVV, verzorg bloemen, boeken enz. inhet ziekenhuis. De ervaringen zijn veel sterker geworden. Wanneer ikeen ziekenkamer binnenkom, waar iemand ligt die volgens de dokterdoodgaat, weet ik, wanneer dit niet zo zal zijn, dit meteen. Als ik warmword en de schok krijg bij iemand van wie de dokter zegt dat die er vooreen peuleschil ligt en snel weer beter zal zijn, weet ik dat deze persoonsnel zal sterven. Dat gebeurt dan ook.Veertien dagen geleden kwam een man met een rekening. Hij zag erkerngezond uit. Ik werd weer warm, kreeg een schok en later hoorde ikdat hij een week daarna overleden was.Wie ben ik eigenlijk? Mijn eigen dromen kan ik voor mezelf altijd welverklaren. Maar ik begrijp dat andere niet. (Mw. A. S. uit E.)

Toen ik uw brief aan het lezen was, begon zich een beeld te vormen, een vreemd beeld. Ik zag een tentenkamp met nogal vuile, eens witte tenten die een beetje doorhingen van de nattigheid. Het weer was slecht. U was een Belgisch meisje van een jaar of achttien, heette Marie Claire, en kwam uit de buurt van Namen. U had blond, lang haar, blauwe ogen en u vermoedde niets van hetgeen u te wachten stond. U was gerecruteerd om hulp te gaan geven aan het front. Uw ouders waren welgestelde notabelen en hebben nog geprobeerd u tegen te houden. U wilde echter per se gaan. U voelde dat u moest helpen in de oorlog. Iemand riep u om te komen helpen in een tent. Er lag een man, een jonge man van een jaar of twintig, waarschijnlijk een Engelsman, met een afgerukte arm. U schrok en kreeg het gevoel dat het uw eigen arm was. U hebt een afschuwelijke periode meegemaakt die een jaar of twee geduurd heeft. U hebt van de medische wetenschap niets uit boeken geleerd, maar alles in de praktijk ervaren. Dit komt nu weer terug als een dokter zegt, dat een persoon dood gaat en u zegt nee. Want u hebt het eerder meegemaakt. U hebt eerder gevoeld wat de strijd is tussen leven en dood en het moment van overgave. De ervaringen van toen hebt u meegenomen naar dit leven; die uiten zich in de vorm van een warme arm en een schok. Dat u nu mensen mag helpen met bloemen en mooie dingen is dan ook heel normaal na een leven met zo'n afschuwelijke ervaring. Ik denk dat die beelden bij u horen. Ik zou er maar niet te zwaar aan tillen, ook al lijkt dat gemakkelijker gezegd dan gedaan. Ik weet maar al te goed hoe naar het is om iemand te zien sterven, voordat hij dood is. Maar toch is het zo. Het leven is net zo normaal als de dood. Het beste zou je het kunnen omschrijven als volgt. Je sterft aan de andere kant en je wordt hier geboren, je sterft hier en wordt aan de andere kant geboren. Zeker is voor mij dat je eigenlijk nooit sterft, maar steeds opnieuw geboren wordt in welke wereld dan ook.

Engel


Ik ben een gelukkige oma van drie schattige kleinkinderen en ik ben 60jaar. Mijn man is overgegaan, toen mijn oudste kleinzoon een half jaar was. Hij heet Vincent en het is een heel nerveus kereltje. Nu is mijn probleem dat hij op zijn zesde al met de dood bezig is. Hij stelt steeds vragen waar ik geen raad mee weet. Ook vroeg hij hoe zijn opa er nu uitzag, nu hij in de hemel is. Ik vertelde hem maar dat opa nu een engel was. Ik wist niet wat ik verder moest zeggen, omdat hij nog zo klein is. Afgelopen zondag kwam hij bij me en zei: "Oma, ik heb een engel gezien en hij liep gewoon door de stoelen". Ik zei hem dat dat wel bestond en dat ik het zelf ook vaak had gezien, toen ik klein was. Hij zei dat hij er niet bang voor was en dat vind ik fijn. Doch André, doe ik er wel goed aan om met zo'n jong ventje daarover te praten? (Een oma uit D.)

Ja, oma, je moet kinderen niet altijd als kinderen zien. Je moet maar denken dat ze dat lichamelijk af en toe nog wel zijn, maar geestelijk niet. Vincent heeft een zeer sterke geest. Hij heeft in een vorig leven heel wat ellende om zich heen gezien, waarbij de dood zeer frequent betrokken was. Voor hem was in een vorige incarnatie de overgang van leven naar dood heel normaal. Dat heb je nu eenmaal bij boeddhisten, want het is namelijk India wat ik zie. Hij was toen een wijs man en is dat nu nog steeds. Want oma, het is dezelfde geest als toen, alleen nu nog in een kinderlichaam. Hij zal groeien naar een sociaal-psychologische functie. In die vorige incarnatie heeft hij zich eerst zeer sterk geestelijk moeten ontwikkelen om in dit leven in Nederland onze geestelijke armoede een beetje meer zon en duidelijkheid te kunnen geven. Dat wordt zijn taak hier. Dat hij ook veel ellende heeft gezien, zal hem in dit leven alleen maar helpen om niet te ver met iemand mee te voelen, zodat er weer een derde zou moeten komen om die twee uit de put te halen. Hij zal objectief blijven en goede raad of hulp geven. Ik denk dat hij zichzelf als engeltje heeft gezien. Probeer zoveel mogelijk en zo volwassen mogelijk zijn vragen te beantwoorden. U hebt daar kennis genoeg voor en u kunt hem rustig stukjes uit boeken voorlezen die over de onderwerpen gaan, waar hij naar vraagt. Als een kind namelijk ergens vragen over gaat stellen, isdat het teken dat het eraan toe is om er meer van te weten. Overvoer hem nooit, doceer het goed. Dan zal het bij hem werken als een zeer positief medicijn.

De flits


Ik was een kind van ongeveer vijf jaar en zou naar mijn zuster gaan. Ik was juist midden op het veld en opeens flitste uit de hemel een helderwitte stok vlak voor mij. Ik bleef pal staan en opeens was hij ook weer weg. Ik was geschrokken en liep weg. Ik vertelde het later aan mijn moeder en die zei dat ik het gedroomd had. Ik zei dat dat niet waar was, maar er werd niet meer over gepraat. Toen ik ongeveer tien was, hoorde ik op de radio muziek uit verre landen (o.a. Indische en Arabische). Ik pakte een doek, sloeg die over mijn hoofd en begon te dansen. Later, toen ik op televisie zag hoe ze in die landen dansten, zag ik dat ik precies zo had gedanst, hoewel ik het voor die tijd nooit gezien had. Toen het liedje van Mustapha uitkwam, was ik dertien jaar. Ik kon het helemaal meezingen in het Arabisch en toen zei ik al dat ik zou trouwen met een man die Mustapha heette. In die tijd was er nog helemaal geen sprake van vreemdelingen in België. Nu, ik ben getrouwd met een Mustapha (Marokkaan) en heb twee dochters. Nu wil ik graag weten of dit allemaal toevallig is of dat het iets uit een vorig leven is. Mijn man heeft in zijn kinderjaren die heldere flits ook gezien. Verder droomde ik een paar keer dat ik in een woestijn met stenen, rotsen en zand, op een ezel zat en door de woestijn reed. Ik woonde daar. (Mw. J. V. uit B. in België)

Jacqueline, de gebeurtenissen in jouw leven zijn een prachtig bewijs van voorkennis en misschien reïncarnatie. De flits die je in je jeugd hebt gezien en die Mustapha waarschijnlijk op hetzelfde moment in dat verre land ook heeft gezien, was al een ontmoeting tussen jullie twee in de tijdloosheid. Voor twee mensen die in een vorige incarnatie zo nauw met elkaar verbonden waren, is dit een bijzondere, maar wel verklaarbare, ervaring. Ik zie een jongeman in de vorige eeuw die als Engels soldaat naar het Midden-Oosten gestuurd wordt. Hij ontmoet daar een meisje, een Arabisch meisje, wordt verliefd op haar, maar het is verboden. Het was slechts een korte, maar zeer intensieve ontmoeting. Het onderbewustzijn van deze twee mensen is op dat moment zo nauw verweven geraakt dat zij hebben afgesproken elkaar weer te ontmoeten als de maatschappelijke normen daar rijp voor waren. En de normen werden voor deze twee mensen rijp gemaakt. Het Arabische meisje wordt geboren in België en de Engelse soldaat in Marokko waar hij vroeger als Engels soldaat in gevecht tegen de Arabieren om het leven is gekomen. Het volk, dat eens zijn vijand was, is nu zijn volk geworden. Het is een arm volk. Er moet geld verdiend worden en hij komt naar jouw land om werk te zoeken. Hij vindt niet alleen werk, maar ook jou.

Zwart ding


Toen ik een meisje van een jaar of zes was, is me iets vreemds overkomen. Ik lag met mijn tweelingzusje in bed. 's Avonds werd ik wakker en zag bij mijn bed aan de kant van mijn zusje een zwart ding (gestalte) dat heen en weer bewoog. Ik werd doodsbang en durfde me niet te bewegen. Ik keek naar mijn zusje, maar die sliep zo vast dat ik haar wakker zou moeten schudden. Dat durfde ik niet. Ik dacht dat ik droomde, maar dat bleek niet waar te zijn. Even later gingen namelijk mijn ouders naar bed en deden het licht aan in de gang, zodat ook onze slaapkamer verlicht was. Normaal kwamen mijn ouders altijd even bij ons kijken voor ze gingen slapen, deze keer niet. Ik heb het de volgende dag aan enkele mensen verteld, maar niemand ging erop in. Sommigen zeiden alleen dat ik het wel gedroomd zou hebben. Ik hoop dat jij me kunt vertellen wat dit is geweest. (Janet B. uit L.)

Wat je bij je zusje hebt gezien, was geen zwart ding, maar inderdaad een gestalte. Deze gestalte hoort bij een vorige incarnatie van je zusje. Jouw zusje was in een vorig leven een jongetje dat rond zijn twaalfde jaar aan een longziekte - waarschijnlijk tbc - gestorven is. In de laatste periode van zijn ziekte is hij erg aan zijn lot overgelaten. Hij is eigenlijk gestorven in een soort nachtmerrievan: geef mij toch hulp. Maar die hulp kwam niet. Alleen de leider van het weeshuis kwam af en toe even naast zijn bed staan om te kijken hoever het met hem was. De jongen heette Julian. In dit leven heeft jouw zusje in haar slaap alsnog deze periode verwerkt. Het betekent tegelijkertijd een voorspelling voor de toekomst voor jou en je zusje. Jullie zullen in de toekomst mensen gaan helpen, niet aan hun lot overlaten zoals die leider van dat weeshuis deed. Julian was een weesjongen in een weeshuis in Exeter, in het graafschap Devon in Zuidwest-Engeland. Jij was in dat leven ook al aanwezig. Je was kinderleidster of hoe je dat in die tijd ook maar mag noemen. Je was bij hem toen hij stierf. Dat heeft je toen zo met hem verbonden dat je nu als tweeling geboren bent. Naar mijn mening moet je altijd een soort zorgzaamheid tegenover je zusje hebben gevoeld en dat voel je nog steeds. Door de ziekte in haar vorige incarnatie kan het zijn dat je zusje in haar jeugd last heeft gehad van de bronchiën (neus- en bijholten). Maar daar zal zij intussen wel overheen gegroeid zijn. Praat eens met haar hierover en lees samen eens wat boeken van Charles Dickens. Misschien komen jullie dan wel tot meer herinneringen.

Stervenservaring en -verwerking