Verschijningen


De brief


Graag zou ik u iets willen vragen over mijn overleden ouders en broer. Mijn vader stierf op zijn verjaardag in december 1982, mijn broer in februari 1983 en mijn moeder in november 1983. Nu zegt mijn schoonzoon dat mijn vader aan hem is verschenen met een brief in zijn hand. Hij heeft mijn schoonzoon de brief wel helemaal voorgelezen, maar hij weet alleen de laatste woorden nog. Hij zei: "Deze brief houd ik altijd in mijn hart en het komt goed". Mijn vader was zeer gelukkig en lachte zoals hij altijd deed. Een andere vraag: is het mogelijk dat mijn moeder in haar huis 's avonds op de stoep verschijnt? De vrouw die het huis van mijn ouders heeft gekocht, vertelde mij dit. (Mw. J.B.S. uit T.).

Wat uw schoonzoon heeft gezien, heeft niets te maken met u, maar met zijn eigen persoonlijke situatie op dat moment. Dat hij slechts het laatste deel van de brief heeft onthouden en niet de hoofdinhoud, wijst erop dat hij iets persoonlijks moest oplossen zonder hulp van wie dan ook. Hij alleen was de oorzaak van de problemen die hij op dat moment thuis had en niemand anders. Hij moest een stukje van zijn trots overwinnen en toegeven dat hijzelf ook wel fouten kan maken. Ik denk dat hij dit inmiddels gedaan heeft en dat de relatie tussen uw dochter en hem sindsdien een stuk beter is geworden. En dat was wat hij wel mocht onthouden van de brief, vooral de laatste woorden: het komt goed. Dat ik zijn ervaring zo moet uitleggen, heeft voornamelijk betrekking op de uitspraak: deze brief houd ik altijd in mijn hart. Het was namelijk een hartsprobleem. Soms moet je de dingen die je doorkrijgt letterlijk uitleggen en een andere keer symbolisch. Deze keer was het hart wel zeer letterlijk bedoeld. Verder moet uw schoonzoon zich ervan bewust zijn dat hij in het vervolg eerder voor de draad moet komen met zijn problemen of zijn frustraties. Dat geeft de brief namelijk ook aan: lucht je hart op tijd. Nu het tweede deel van uw brief. De vrouw die nu in het huis van uw ouders woont, is zelf paranormaal begaafd en vooral als zij het gevoel van bescherming nodig heeft, zoekt zij het liefst plaatsen op waar al eerder mensen gewoond hebben. Zij voelt zich daar veilig en prettig. Zij droomde vroeger als kind al vaak, als zij logeerde bij haar oma of een tante en ook wel eens als ze thuis was, van de mensen die er gewoond hadden en gestorven waren. Zij had als kind al een sterk contact met deze mensen. Daarbij voelde ze een soort bescherming die zij overdag niet kreeg. Daarom komt zij ook nu nog bij voorkeur in een huis waar al mensen gewoond hebben. Dat wil niet zeggen dat zij contact heeft met die mensen zoals ze nu zijn, maar zoals ze daar in dat huis zijn geweest. Zij zou haar paranormale gaven nog verder kunnen ontwikkelen als ze naar een vereniging ging of er meer boeken over ging lezen. Zoals u hieruit zult begrijpen, heeft de verschijning van uw moeder niets met u te maken, maar met de plek waar zij geleefd heeft en de vrouw die daar nu woont.

Zwarte ketting


Ongeveer twee maanden geleden had ik een heel vreemde ervaring. Ik lag 's avonds in bed en dacht na over mijn leven. Ik zag opeens heel duidelijk dat leven aan mij voorbij gaan en ik vroeg me af waarom het nooit eens goed was geweest. Ik voelde me erg verdrietig en huilend viel ik in slaap. Plotseling schrok ik wakker. Ik zag in een helder licht een man naast mijn bed zitten. De man kwam me heel vertrouwd en sympathiek voor. Hij lachte me vriendelijk toe. In zijn handen had hij een glanzende zwarte ketting die naar boven leidde tot aan het plafond. De man keek steeds naar boven, naar de ketting. Opeens vond ik het allemaal heel eng en stapte uit bed. Ik weet niet meer of het inderdaad een verschijning of een droom was. André, zou jij me willen vertellen wat dit betekent? Volgens mij betekent het niet zoveel goeds. (G.W.B. uit Z.).

De laatste woorden in je brief zijn nu net de grootste fout die je in je gedachtenpatroon hebt liggen. Je zegt: volgens mij niet zoveel goeds. En dat is ook de betekenis van je hele ervaring. Je kunt mij niet wijs maken dat er in je leven nooit fijne dingen zijn geweest. Dat is onzin en flauwekul. Maar als je je erg verdrietig voelt, ben je al gauw geneigd om daar een groot stuk zelfmedelijden in te leggen. En dat zelfmedelijden resulteert er weer in dat je de zwarte en de negatieve kant voorrang geeft. Je wordt dus een chronische implodeerder, een naar binnen gericht persoon, die alles in negatieve zin naar zich toe zuigt en dus ook geen positieve energie meer kan uitstralen. Daarmee bedoel ik dat je lang zo zielig niet bent als je wat moois kunt geven en daarbij niet denkt aan het negatieve, wat je terugkrijgt. Je bent niet geboren om gelukkig te zijn, je bent geboren om te leven en bij leven hoort alles, maar dan ook letterlijk alles. Neem een voorbeeld aan de natuur. Boven dat eilandje met palmbomen, waar ieder naar toe wil en dan denkt daar zijn of haar sprookjesprins(es) te vinden, kan ook plotseling een gigantische cycloon of wervelwind komen aanjagen en alles vernietigen wat er op zijn weg komt. Maar net zo goed als de vogels bijvoorbeeld de dag weer zien, zijn de palmbomen ingesteld op zulk geweld en staan zij de volgende dag weer sprookjesachtig in de zon te dromen. De man die je zag, is je geleidegeest. Een helder licht van veranderingen, dat nog steeds in je leeft, laat hij je zien. Je kunt hem nemen, die lantaarn, en je licht laten schijnen naar jouw omgeving of je wordt als die zwarte ketting die tot aan het plafond zwart is. Dat symboliseert dat je je eigen geest verduistert tot aan het plafond. En daarmee sluit je je af van je hogere geestelijke ik dat juist aan jou dat licht wil geven. Kort gezegd, en denk daar maar eens een poosje over na: wat je zegt, dat ben je zelf.

Slaapwacht


Mijn werk als bejaardenverzorgster in een bejaardencentrum brengt met zich mee dat ik wel eens slaapwacht moet draaien. De slaapkamer is aan de kant van de personeelsingang. Wanneer ik die kamer in kom, heb ik het gevoel dat ik niet alleen ben. Enkele maanden geleden, ik lag met mijn gezicht naar de muur, stond er een figuur over mij heen gebogen. Op dat moment kon ik mij niet bewegen, maar ik dacht alleen: hij wil me meenemen, laat me alsjeblieft liggen. Dit voorval laat me niet los. Hebt u hier misschien een verklaring voor? Een week slaapwacht kost mij en mijn collega's veel energie. Kan het ook aan de kamer liggen? (Mw. R.G. uit L.).

Het zal ongeveer anderhalf jaar geleden zijn. Het was een oude, eenzame man. Hij was mager, had een beetje puntig gezicht en droeg onder zijn jasje een soort bordeaux-kleurige spencer. Hij rookte sigaren, had een leesbril en hij trok iets met zijn rechterbeen. Ik moet sterk denken aan de naam Klaas. Probeer er met zijn allen eens achter te komen wie dat geweest kan zijn. Deze man is 's nachts plotseling overleden en heeft nog hulp willen halen. Dit heeft hij lichamelijk niet meer kunnen volbrengen, maar hij blijft dit als een soort repeteerfilm 's nachts geestelijk nog steeds doen. Omdat hij een eenzaam mens was, niet omdat hij helemaal alleen op de wereld stond, maar omdat hij erg gesloten was en daardoor weinig vrienden had, en mede door de klap die hij geestelijk heeft gekregen van de verplichte verkoop van boerderij of huis, kan hij moeilijk loskomen van het aardse bestaan. Hij bleef daardoor nog vrij lang als een dolende geest in de omgeving, waar hij was overleden. Mensen die dat soort dingen eng vinden en er geen begrip voor kunnen opbrengen, omdat zij zich er niet in durven te verdiepen, noemen dat ook wel een spook. Maar ik niet. Het was gewoon een eenzaam mens die geholpen moest worden. Dat is nu inmiddels gebeurd. Daarom denk ik dat jullie van nu af aan met hem geen problemen meer zullen hebben in de slaapwacht. Dus voor dan, welterusten.

Toch geholpen


Zo'n drie jaar geleden is mijn broertje overleden, neergestoken door een stiefbroer. Negen dagen na zijn dood dommelde ik 's middags wat op bed toen ik de stem van mijn broertje hoorde. Hij zei: "Ik wil met je praten." Opeens hoorde ik veel stemmen. Op de avond dat het gebeurde, was er namelijk een verjaardagsfeest bij mijn ouders. Het was net of ik er bij was en zag hoe het gebeurde terwijl ik er in werkelijkheid niet bij was geweest. Toen zei hij weer: "Ik wil met je praten." Op dat moment wilde ik gillen, maar er kwam geen woord uit mijn mond. Mijn man lachte mij uit toen ik het hem vertelde. Hij zei dat ik er teveel mee bezig was en dat het inbeelding was. Ik weet echter dat dat niet zo is. Hij wilde mij iets vertellen, maar mijn geest was te zwak om het te horen. Ik heb zeker nog vijf maanden gevoeld dat hij bij mij thuis was. Waarom had ik angst toen hij me wilde vertellen hoe het gegaan was, omdat er zoveel vragen en raadsels zijn gebleven? (Maria v.B. uit R.).

Ik denk dat je, zonder dat je het in de gaten hebt gehad, je broertje toch geholpen hebt. De geestelijke taal die mensen met overgeganen kunnen spreken en andersom heeft geen woorden nodig. Vibraties en uitwisseling van gevoelens, kleuren en energieën horen bij de taal van de geest. Zij is veel uitgebreider, diepgaander en grootser dan onze stoffelijke taal. Je kunt honderd dingen tegelijk denken, maar toch maar een van die dingen op een moment stoffelijk uitspreken. In de geest zijn al die honderden dingen die je tegelijk denkt, ook meteen gezegd en beantwoord. Wat voor ons uren, dagen en jaren lijkt, kan in de geest met één seconde worden afgedaan. De eerste aanhef was voor jou in dit geval alleen belangrijk om te weten dat hij het ook echt was. Dit vormt voor mij tegelijk het bewijs dat er ook werkelijk een uitwisseling heeft plaatsgevonden. Maar ik denk dat je het een beetje verkeerd opgepakt hebt. Jouw broertje kwam echt niet bij jou om over hemzelf te spreken. Hij wilde met jou praten over jezelf en je chaotische leven en de gevolgen daarvan. Het is steeds of je een huis begint te bouwen, halverwege ophoudt en dan ook nog tegen de buren zegt dat je het niet gedaan hebt als zij het lelijke bouwsel zien staan, in de weg vinden staan en van je eisen het weer weg te halen. Ik denk dat dit de boodschap van je broertje zou kunnen zijn. Sta eens stil bij alles wat je doet en denk eens langer na over de gevolgen die deze dingen kunnen hebben. Hij bedoelt simpelweg dat je niet alles moet verstoppen. Je moet proberen de dingen te verwerken als ze pas gebeurd zijn en niet pas jaren later. Daar word je overspannen en ziek van. Je krijgt het wel degelijk op je boterham terug. Ook nu, op dit moment, zijn er nog honderden dingen niet verwerkt, zelfs de dood van je broertje niet. De echte huilbui moet nog komen. Ik bedoel daar niet mee de huilbuien die je wel eens hebt uit zelfmedelijden. Nee, ik bedoel het water dat rechtstreeks uit je zielebron komt en dat droog land weer vruchtbaar kan maken. Dat onvruchtbare land is voor jou de omgeving waarin je nu verkeert. Als je ervoor zorgt dat je de dingen weer normaal op een rijtje hebt staan nadat je ze verwerkt hebt, sta je weer open voor een nieuw leven van binnen naar buiten en niet, zoals nu, van buiten naar binnen. Je voelt je aangevallen en je bent in een hoekje gekropen. Misschien is er weinig hulp nodig om er weer uit te komen. Ik denk dat dat al zou kunnen met een flinke portie eerlijkheid tegenover jezelf, wat meditatie of yoga. Doe het, dan zul je werkelijk de boodschap van je broertje begrijpen.

Het dijkhuisje


Toen wij trouwden, zijn wij in een klein dijkhuisje gaan wonen. Daar kreeg ik 's nachts vreemd bezoek. Het was een mannengedaante, helemaal in het zwart en met een hoed op. Hij had geen gezicht, dat was wit. Hij kwam 's nachts tussen één en twee uur en liep dan de slaapkamer in van de deur tot aan de wastafel. Daar bleef hij staan tot ik hem goed gezien had en dan liep hij weer weg. Ik heb heel wat keertjes mijn man wakker gemaakt. Hij ging dan zijn bed uit om te kijken, zelfs tot in de kelder, maar hij zag nooit iets. "Ga nou maar slapen", zei hij, "dat zul je wel gedroomd hebben." Maar ik wist zeker dat hij er was. Ik had hem toch gezien! Wij hebben vijf jaar in het dijkhuisje gewoond en zijn toen verhuisd naar de flat waar we nu nog wonen. De eerste jaren in deze flat had ik het 's nachts weer. Ik zag weer diezelfde man, maar nu bij de slaapkamer van onze zoons. Ik kon hem zien vanuit onze slaapkamer, omdat de deur openstond. Dikwijls dacht ik: bekijk het maar hoor, deze keer kijk ik niet. Ik kroop dan onder de lakens, maar kreeg het dan zo benauwd dat ik toch moest kijken. Als ik hem dan gezien had, ging hij weer weg. Ik had het gevoel dat ik gedwongen werd om te zien dat hij er was. Een paar maanden geleden stond ik in de badkamer mijn haar te doen, toen ineens de slaapkamerdeur van onze jongste zoon tekeer ging als een gek. Ik deed de deur open, maar er was niemand, alleen de punt van het dekbed bewoog, verder niets. Kunt u mij een verklaring voor dit alles gen? (Mw. A. uit S.)


Ja, wat zijn raadsels? Raadsels bestaan niet. Het is meer een puzzel die je in elkaar kunt zien of zetten. Het is lang geleden, ik denk aan het einde van de vorige eeuw of het begin van deze eeuw, dat in datzelfde dijkhuisje een vrij groot gezin woonde. Ik zie een stuk of zeven, acht kinderen. Het derde kind was een dochter die, denk ik, een half jaar na de geboorte van het laatste kind, op een avond - ik zie een of ander meertje of uiterwaard - bij het spelen op het ijs er door gezakt is en verdronken. Dat was voor het hele gezin zo'n grote klap dat met name de moeder er eigenlijk nooit overheen gekomen is. De kinderen gingen de deur uit en de ouders bleven er wonen. De man die u zag, heeft jarenlang zijn geestelijk depressieve vrouw verzorgd. Kort nadat zij gestorven is, is hij ook overleden. Wat ik nu wil vertellen, kan ik het beste als volgt uitleggen. Als je je als paranormaal genezer niet los weet te maken van de pijn of de kwaal die een ander heeft, kun je dezelfde kwaal of dezelfde pijn overnemen en houden. Dit voorbeeld geef ik u om duidelijk te maken dat u eigenlijk hetzelfde hebt gedaan. Maar aan de andere kant is dat tot nu toe ook wel nuttig geweest. Wat u gedaan hebt, is dat u deze man paranormaal waargenomen hebt en daarna door de angst die u ervoor kreeg, er niet meer van los bent gekomen. Een deel van de geest van de man die u zag, heeft nog aan dat huis vastgezeten. Dat deel hebt u opgevangen en zodoende het beeld van die man met u meegedragen. U hebt hem geholpen zich los te maken van zijn verleden, maar door de gebeurtenissen van de laatste tijd, vooral die in de slaapkamer van uw zoon, geeft hij aan dat het afgelopen moet zijn. Er moet een eind komen aan deze ongewone relatie. Hij is nu lang genoeg bij u geweest en heeft ervoor gezorgd - want dat was de positieve zijde waar ik al eerder op doelde - dat u niet in dezelfde geestelijke depressie (want daar had u aanleg voor) zou komen als zijn overleden vrouw. Wees niet bang voor hem. Als u hem weer ziet, denk dan aan blauw licht. Probeer liefde voor hem te voelen. Zo zult u op een zeer verstandige manier een einde maken aan uw angst voor deze man en voor hem een nieuw begin mogelijk maken.

Ga verder naar het eerste hoofdstuk van het boek Paradixie
of (indien lid)
naar inloggen voor leden

Ga verder naar het eerste hoofdstuk van het boek Paradixie
of (indien lid)
naar inloggen voor leden